100 mijl Sint Annen strijdend tegen de hitte en kramp.
Wat een zware editie, het was een strijd tegen de warmte, krampen in de benen, voldoende water en voedsel binnen te krijgen. Dit allemaal om het mooie Sint Jacobsschelpje bij de finish in ontvangst te mogen nemen. Dit schelpje staat symbool voor pelgrims, die net als de schelp, oersterk zijn en een enorme prestatie kunnen leveren.
Meestal telt dat laatste niet voor mij, want het zit wat in de genen om lange afstanden te doen.
Voor deze editie moest je wel oersterk zijn met name mentaal.
Zaterdagochtend om 9 uur werd de klokkenstoel van Sint Annen geluid als startschot van de ronde 1 van de 100 mijl, de Cisterciënzer ronde. 67 km rondom de stad Groningen.
Het was direct al lekker warm, de zon zat nog wel achter de wolken, maar de temperatuur liep al direct op tot boven de 20 graden. Via Groningen naar Hoogkerk, alwaar de eerste verzorgingspost was. Ik liep gestaag een tempootje van 9 km per uur. Het werd al snel warm en het was goed dat we de water flesjes konden vullen. Goed eten en drinken had ik me voorgenomen. Na een korte stop gingen we via een extra waterpost in Oostwold op naar de Onlanden. Prachtig gebied, waar mooie fietspaden zijn, maar Gerik, de organisator vind het leuk om offroad te gaan. Over de onverharde dijkjes en paden waar het gras soms tot de knieën kwam. Gelukkig was er bij Roderwolde een extra waterpunt. Na dit waterpunt gingen we kilometers lang over de dijk richting landgoed de Braak in Paterswolde. Pfff wat was het al warm, de stukken waar geen wind was en volop zon ging ik maar wandelen om, dat dacht ik toen nog, de krachten voor de nacht te sparen.
Door het mooie Vriezenveen richting Middelbert, hier een pad langs een populierenbos, nou pad….. het was amper te zien, langzaam schuifelend wist ik me een baan te waden naar het einde bos. Toen volgde nog een pad aan het rand van het weiland, dat door de droogte erg hobbelig was. Arme voeten, ik had uit voorzorg ze afgeplakt, maar dit voelde nu al niet goed. Aan het einde van het onverharde gedeelte stond Lút een ultraloper mij op te wachten, gelukkig met extra water. Bij Kardinge, Noorddijk, stond Dick met zijn auto, spontaan een extra post. Ik was stuk en na veel krampen in mijn benen, last van mijn maag en een leeg gevoel, hoe gaat dat verder….maar door ga ik. Aangekomen in Sint Annen mijn tijd geregistreerd wat te hebben gegeten op naar Ronde 2 met als titel “Ik zag de vogels tegen d’oavendlucht”
Voor mij een bekende ronde richting Leens waar de verzorgingspost bij Ineke Scheffer staat, een ultraloopster van formaat. Geen onverharde stukken gelukkig en ik kon rustig doorlopen. Wat ik in de middag nog dacht dat viel zo tegen, de eerste 10 km nog kunnen rennen, althans wat er op leek. Daarna maar over in stevig wandeltempo. Via Bedum, Winsum, Schaphalsterzijl, bij Warfhuizen achterlangs naar Leens. Het was inmiddels al donker, een mooie rode lucht was het einde van een warme dag, in Leens was ergens een feestje, de muziek was kilometerslang te horen, wel gezellig. “Je bent hier als derde” riep Ineke al van verre. Derde dacht ik waar is de rest gebleven? Er waren al veel uitvallers en er kwamen nog 5 deelnemers achter mij aan. Dit sterkte me wel. Na een kop soep, bakje kwark, een kwarktaartje en mijn flesjes weer met water te hebben gevuld, hervatte ik mijn pelgrimstocht. Het wilde niet echt meer. Mijn tijd 26 a 27 uur die ik van te voren in gedachten had over de 100 mijl moest ik maar loslaten. Dit is mentaal dan wel een dingetje zo door de nacht heen. Opgeven is geen optie, dit wilde ik en nu gaat het gebeuren ook. Door het bos in Wehe den Hoorn naar Mensingeweer, vervolgde ik mijn tocht. De rode luchten waren nog maar net verdwenen of de ochtend gloed deed zijn intrede, de kikkers begonnen weer te kwaken en de vogels mooi te fluiten. Ik heb dit natuur verschijnsel vaak leuker beleefd in mijn nachtelijke struuntochten. Vlak voor Sint Annen kwam de zon alweer op, een nieuwe dag breekt aan. Met een beetje pasta salade, een kopje soep en de waterflesje gevuld ging ik op naar ronde 3 “presteren wordt beleven” had deze als titel. Presteren is gelukt maar beleven??
Op naar Bethlehem alwaar ik mijn vierde sleutelhanger op kon halen. Het was de bedoeling dat je vier sleutelhangers scoorde op je pelgrimstocht. Geen sleutelhanger betekende did not finish. Met al drie sleutelhangers in mijn rugzak ging ik vol goede moet van start, nog maar 44 km te gaan.
Ik was moe, eerder had ik wel eens gehoord van ultralopers die al wandelend in slaap dreigden te vallen, mij was dit nog nooit gebeurd. Maar op deze warme ochtend wel, voor mij een teken dat de afgelopen 24 uur wel heel veel energie had gekost. Overleven was mijn motto, tijd maakt niet uit, natuurlijk wel binnen de limiet van 32 uur, dit ging ik wel halen.
Ook deze ronde kende weer vele onverharde paden, kilometers lang over landbouwgrond, keiharde kleigedeeltes met grote scheuren van de droogte. Verschrikkelijk, het was niet leuk meer. De zon brandde al vroeg in de ochtend op mijn lichaam, het was nog maar kwart voor negen en al zo warm, wat brengt deze dag nog. Mijn wandeltempo was gezakt tot niveau “slak”. Via Westeremden, Huizinge, Middelstum, Kantens aangekomen in Bethlehem, de laatste verzorgingspost. Bekertje koffie dat was het enige wat me nog lukte om binnen te krijgen en een beetje water. Met nog 14 km te gaan naar Sint Annen legde ik mijn laatste stukje van de pelgrimstocht af. Drie liter water heb ik dit kleine stukje verstouwd, om te drinken maar nog meer om mijn lichaam te koelen.
Inmiddels wist ik dat bijna iedereen de strijd had gestaakt, twee deelnemers waren al gefinisht en Eddy liep nog achter mij. Dit gaf me wel het goede gevoel, van als ik hier finish dan heb ik wel een prestatie neergezet, leuk?, trots? Of was het gekkenwerk……….
Dacht ik dat ik op de finish een heel Sint Jacobsschelpje zou krijgen, was het slechts een halve.
Voor de hele Sint Jacobsschelp zou ik volgend jaar ………… nog niet aandenken nu eerst nagenieten van deze editie.