Startgroep 1, 09:00 31 oktober 2020, de 100 Mijl van Sint Annen
Sinds 2013 houd ik mijn trainingen en loopjes bij.
En dus weekstaten per jaar met daarin de meest mooie loopevenement die er zijn, althans voor mij. In Nederland o.a. Salland Trail, Limburgs Mooiste, Texel, de Run, Dina Might, Blaauwbek, Run forest Run, de Slagte, Monnikkentocht, Dutch Coast Ultra, Steenbergen, Deventer, Steenwijk, allerlei marathons en de zelf georganiseerde privéloopjes met o.a. een tochtje naar Haarlem. En buiten Nederland de Zugspitze en de Harz in Duitsland, Malaga en bovenal de Spartathlon, de reis van Athene naar Sparta. De twee keer DNF, die nog steeds gevoelig liggen én motiverend zijn.
Van al die mooie loopjes heb ik enorm genoten, tenslotte gaat het lopen voor mij om het genieten en de blijheid om met anderen de kilometers te pakken. Tot afgelopen weekend. Toen is mijn loopwereld veranderd.
In het rijtje hoort natuurlijk ook de 100 mijl van Sint Annen. Normaliter een loop in de kortste nacht van het jaar. Twee keer had ik het geluk dat ik er aan mee mocht doen, behalve dit jaar. Ook Sint Annen werd in juni afgeblazen.
Gelukkig had Ina Oortwijn binnen onze vereniging Aquilo het idee van de Retrorun bedacht. De ronde van de allereerste Run editie, 100 kilometer door Oost Groningen. In verband met de regels konden alleen Aquiloërs mee doen en op de beroemde tweede zaterdag van september renden we heerlijk onze ronde met geweldige verzorging per vijf kilometer. En daarmee was mijn loopseizoen wel klaar, dacht ik. Maar op 24 september kwam de mail van Gerik Mik, bekende ultraloper, organisator van de 100 van Sint Annen en de webmaster van 100mcnl.nl. Op 31 oktober alsnog de enige 100 mijl loop in Nederland en coronaproof.
Rond de Run was ik al druk aan het pielen geweest hoe met al die afgelastingen toch een kwalificatiemogelijkheid te vinden zou zijn voor Griekenland. Madrid zou met een 24 uursloop een mogelijkheid zijn. Maar of dat realistisch was met het stijgende aantal besmettingen in Spanje? En toen dus die mail, met die mogelijkheid om zomaar in Groningen te kunnen voldoen aan de limiet voor de Spartathlon: finishen binnen 21 uur.
Verschillende schema’s werden gemaakt hoe de drie rondes te lopen, 53, 69,5 en 39,5 kilometer. Een schema om de trainingsarbeid uit te bouwen was er helemaal niet, ik kon dat slechts drie weken doen. De training voor de Retrorun moest dus eigenlijk de basis zijn voor de juiste eindtijd, binnen 21 uur.
Support crew Dick 40 kilometer, de 100 Mijl van Sint Annen
Bij de start op zaterdagochtend om 09.00u begon mijn rekenen, tempo bepalen, hartslag bekijken, route volgen, rekenen, tempo bepalen, hartslag bekijken, route volgen, ...
De eerste ronde ging zoals het hoorde, keurig op tijd binnen en gezellig aan de klets met supporters en Eddy en Albert. Inmiddels was er al voldoende regen gevallen en was de wind aangewakkerd. Albert en ik gingen ronde 2 samen in en ik wist dat het hier goed fout kon gaan. Lut was inmiddels ver vooruit, maar dat was voor mij niet belangrijk, ik moest binnen 21 uur finishen, dat was de opdracht. Deze ronde was erg ruim om Groningen heen met onverlichte paden, lange donkere rechte stukken tegen de regen en de wind in en enkele kilometers over een onverharde en niet te rennen dijk. Dat ging extra tijd kosten. Na de Onlanden voelde ik de eenzaamheid opkomen. Ik was nat en door het noodgedwongen wandelen ook koud geworden. Heel ver weg zag ik nog een licht, maar meerdere lichten bij elkaar, een dorpje of gehucht, dat was er niet. Angela zou ergens staan, maar waar? En ondertussen begreep ik dat ik achterop het tijdschema raakte. Voor iedere 20 kilometer had ik nog 2,5 uur, maar met dit tempo en de vermoeidheid met nu rond de 100 kilometer in de benen... en waar woont Theo? Die woont in een dorpje, maar er is hier nergens een dorpje of überhaupt iets verlicht.
Uiteindelijk kom ik bij het 49 km punt van de 2e ronde, daar woont Theo. Ik ben misselijk, er wil niks meer in de maag en ik kan niet rusten, ik heb geen tijd, maar ik heb geen zin meer, ik wil zitten, maar ik moet verder, binnen 21 uur. Ik pak de sleutelhanger als bewijs dat ik hier ben geweest en wandel eerst verder, bij het geklap kom ik in dribbelpas, ik moet verder.
Nadat de maag rustiger is geworden gaat het lopen beter, bijna gemakkelijk. Ik verlies tijd doordat ik de route niet van vinden bij Zernike, maar uiteindelijk gaat dat ook goed. Ik ren naar de spoorbrug krijg chocolademelk van Angela en Harry en ga door, het gaat goed. Intussen heeft Angela aan Peter een app gestuurd, deze loopt de laatste ronde met me mee. Als we om 01.00u in de nacht vertrekken hebben we vijf uur om die laatste bijna 40 kilometers te nemen, 2,5 uur voor 20 kilometer, 1 uur en 15 minuten voor 10 kilometer, 7.30 per kilometer, 8 per uur... Ik kon het wel dromen, maar droomde helemaal niet. Ik moest door!
Om 00.50u was ik in Sint Annen, keek Peter aan en zei:”We vertrekken over 5 minuten!”
Eten ging al lang niet meer en de supporters keken me aan. Ik zag de gedachtes alsof ze mijn leegheid voelden. We liepen de tent uit en probeerden in een sukkeldraf te komen. Vooraf had ik Peter gewaarschuwd, ik ben niet gezellig en je moet me steeds opnieuw aan het dribbelen krijgen. En dat deed Peter, maar ik niet. Het ging niet. Geef me nog even vroeg ik, ik kom zo. We wandelden, dribbelden en steeds verder liep ik voorover gebogen. We hadden niet meer hoeven te starten. Zelfs 2,5 uur is tekort. Het waait, de eerste post is op 26 kilometer, daar kom ik niet eens aan. Bethlehem heet die post, dat klinkt als een warm welkom, maar daar brengt mijn geest mijn lichaam niet naar toe. De kop er om heen krijgen, het vertrouwen terug vinden in jezelf, hoe kan ik geloof krijgen dat ik nog binnen die 21 uur finish. Het is een verloren zaak. Over en uit. Je bent 61, en jij maar denken dat je nog een beetje mee kunt komen in die mooie wereld. Jij hebt helemaal niets te zoeken in Griekenland.
Ondertussen zei Peter 13, 13 kilometer waren we inmiddels onderweg. Op de helft naar de post. “Ik neem een blikje spinazie” zei ik tegen Peter. Die keek vragend en bedenkelijk naar mij, spinazie? Ik kon het gelletje echter niet vinden, maar gelukkig had Peter een voor mij onbekend iets bij zich. Ik had toch niets te verliezen en dus gooide ik het achter in mijn keel en we dribbelden weer door. En het rekenen begon opnieuw.
Op het klokje van Peter is te zien dat we het laatste stuk redelijk doorliepen, dat we plots wisten waar we waren en dat de snelheid omhoog moest en ook ging, het kon, het kon nog, we hadden nog 7 minuten...6 minuten en we stoven het viaduct af. De supporters stonden te schreeuwen en zwaaiden met hun lichten, het moest nog kunnen, nog even en met mijn polsband liet ik de tijd op het apparatuur van Gerik stoppen. Ik keek naar mij horloge, liet het aan Henriette zien die er een foto van maakte: 20 uur, 58 minuten en 28 seconden. Ik ging zitten en was op.
apparatuur van Gerik |
20 uur, 58 minuten en 28 seconden |
Zondag was niet leuk. Ja, ik had het gehaald, echter had ik geen enkel positief gevoel. Alles deed pijn, het opstaan was erg lastig en ging langzaam. De mond en keel waren gortdroog en slikken bleef moeilijk gaan. Zo zou het wel even duren voordat die 2,5 kilo van dit weekend er weer bij zouden zijn. Het was een waardeloos weekend, ik heb geen moment genoten, alles doet pijn, dit doen we nooit weer!
Maandagochtend werd ik echter voor de wekker wakker en zag de wereld er anders uit. Waarom? Ik voelde me erg blij en heel tevreden, ik had de limiet gehaald. Ik had voor het eerst diepe dalen overwonnen en mocht daar van mezelf trots op zijn. Ik had mijn doel gehaald.
Blijkbaar leveren diepe dalen hoge pieken op, misschien wel de Sangas-pas.:)
De 100 mijl van Sint Annen, 20 uur, 58 minuten en 28 seconden